dinsdag 17 december 2013

Focus op techniek: TOS 21- matrix


We leerden al dat techniek heel belangrijk is in de lessen wereldoriëntatie. De leerlingen moeten zelf dingen ondervinden zodat ze met werkelijkheidsnabij en betrokkenheid werken. We gaan ervoor zorgen dat de leerlingen technische geletterdheid creëren. Ze gaan te weten komen hoe dingen, zaken werken.
Bij technische geletterdheid bezit de leerling een combinatie van 3 zaken, het zijn 3 dimensies. Ze hebben inzicht in techniek dit noemen we het technisch begrijpen. Ze hebben inzicht in het gebruik van techniek, dit is het technisch hanteren. En ze hebben inzicht in het gebruik van de techniek in een bredere context, dit kunnen ze duiden. Bij het duiden gaan ze het  gebruik ervan en de techniek in een bredere maatschappij plaatsen. 
We gaan doorheen het schooljaar werken aan technische geletterdheid. Dit doen we door verschillende activiteiten te houden in het kader wereldoriëntatie, maar dit kan zeker ook in andere lessen gebeuren. We werken hieraan binnen een les,het kan gespreid zijn over het schooljaar en we werken er verschillende jaren mee. Wij als leerkracht moeten de technische geletterdheid zo optimaal krijgen. Kinderen verschillen van elkaar en dus niet elk kind kan jammer genoeg op eenzelfde golflengte zitten maar we hebben toch als streefdoel om elk kind hierin te laten groeien en zo ver mogelijk te brengen in zijn of haar ontwikkeling. 

Techniek kunnen we onderverdelen in 4 belangrijke kerncomponenten namelijk: het technisch systeem, technisch proces, hulpmiddelen en de keuze

Ik leg de 4 kerncomponenten even kort uit zodat het duidelijk wordt. Een technisch systeem is een geheel van wederzijds beïnvloedende elementen en onderdelen die gericht zijn op het bereiken van een bepaald doel. Het technisch proces gaat ervoor zorgen dat we het probleem herkennen, een oplossing bedenken, het proces gaan uitvoeren, het uitgevoerde gaan gebruiken en dat we erna ook gaan evalueren hoe we te werk zijn gegaan, of het gemaakte goed is, is het goed materiaal,... 
Om techniek te creëren hebben we ook hulpmiddelen nodig. Dit zijn materiële middelen ( stappenplan, lijm, schaar, hout, touw,...) of menselijke middelen (zoals mensen die hierin gespecialiseerd zijn, we denken aan een loodgieter, een architect,...) zij zijn nodig om een technisch systeem te maken en te laten werken. En het laatste component is de keuze. Keuzes zijn nodig om de kwaliteit te bekomen rekening houdend met de hulpmiddelen en het doel dat we voor ogen hebben. 

Hieronder ziet u de Tos 21- matrix. (= Techniek op school in de 21e eeuw) 


    1.   

woensdag 4 december 2013

Een middag wereldoriëntatie in het 2e leerjaar


 Het thema van de week was ‘Mijn ouders werken’. De kinderen uit de stageklas kwamen in contact met verschillende beroepen en klusjes. De les begon met een uitbeeldoefening. Men moest raden welk beroep er werd uitgebeeld. Daarna gingen de leerlingen nadenken over zichzelf. Welk klusje of welk taakje doe je graag thuis of in de klas? Hierbij moesten ze zeggen waarom ze het graag of niet graag doen. Door allerlei klusjes en taakjes op te sommen weten de kinderen ook dat ze niet alle klusjes mogen uitvoeren. Strijken, koken, alleen grote boodschappen doen,…  dat is niet geschikt voor kinderen, dat doet de mama of de papa.
Daarna kwam er iets anders aanbod. De vraag ‘Waarom werken mama en papa?’ stond centraal. Ze komen tot het besef dat de ouders werken om geld te verdienen, maar ook omdat ze het graag doen. Daarnaast doen mensen ook klusjes om mensen te plezieren of om mensen een dienst te bewijzen. Bij het volgende onderdeeltje kwamen beroepen aan bod. Ze moesten bij verschillende beroepen de gereedschappen ordenen en bepalen waar de beroepen werken (thuis, buiten, binnen). Rond dit thema werd ook een hoekenwerk uitgewerkt. Een uitbeeldhoek, een kruiswoordraadselhoek, een wie-is-het?-hoek en een leghoek waarbij ze het gereedschap bij de juiste beroepen moesten leggen. Bij de leghoek lagen er verschillende gereedschappen, maar ook prenten want sommige gereedschappen kunnen we niet in de klas leggen omdat ze wat te groot of te gevaarlijk zijn. Dit alles moesten ze bij het juiste beroepkaartje leggen. Ze vonden dit heel leuk om te doen! 
Uit dit thema heb ik geleerd dat het belangrijk is om in te spelen op de beginsituatie van de leerlingen. Laat kinderen zelf aan het woord. Zij weten al veel over beroepen en ze kunnen zelf veel vertellen. Ze weten ook veel over het beroep dat hun ouders uitvoeren en over dat beroep kunnen ze heel wat vertellen aan hun klasgenootjes. Zo is het eens een leerling die de uitleg doet en niet telkens de juf. 

dinsdag 3 december 2013

ICT-integreren in lessen wereldoriëntatie

 Als examenopdracht voor ICT werd er van ons verwacht dat we een eigen site creëerden. 

Op deze site gingen we 3 leergebieden uitwerken namelijk godsdienst, Nederlands en wereldoriëntatie. De 3 leergebieden zijn opgedeeld in grote inhoudelijke clusters. Hierbij werden activiteiten gezocht die ervoor zorgen dat we ICT op een zinvolle didactische en pedagogisch verantwoorde manier in de klas kunnen gebruiken. Bij het selecteren van ICT activiteiten werd er rekening gehouden met de leeftijd van de doelgroep, de gekozen activiteiten en er werd rekening gehouden met de visie dat het ministerie van Onderwijs heeft uitgewerkt in verband met goede ICT integratie in de lagere school. De activiteiten zijn ook gevarieerd. 
De handleidingen die ik koos worden gebruikt in het vierde leerjaar en voor het vak wereldoriëntatie koos ik voor 'Ankers'. Ik ben ervan overtuigd dat ICT in de klas heel wat voordelen heeft. Wanneer we lessen wereldoriëntatie geven is het belangrijk dat we beelden, materiaal, fragmenten,... bij ons hebben. Er moeten zoveel mogelijk zintuigen geprikkeld worden, werkelijkheidsnabij lesgeven is van belang! Een Digibord of de media kan ons hierin een beetje helpen. Zo kunnen we bijvoorbeeld sfeer scheppen door een filmpje te laten zien, een muziekfragmentje laten horen, foto's tonen, een spel spelen, er is zoveel om te doen met ICT. Andere materialen zoals een fototoestel en webcam voor zelf filmpjes te maken kunnen ook zéker van pas komen in een les wereldoriëntatie. Het is bewezen dat wanneer de kinderen zelf op onderzoek uitgaan, dus wanneer ze het allemaal zelf mogen doen, dat ze meer onthouden van de les dan dat ze gewoon maar luisteren naar de leraar. 


In de toekomst zal er nog hard aan de media gewerkt worden. De ICT-wereld  kan er alleen nog maar op verbeteren. Kinderen blijken gemotiveerd te zijn om te werken met ICT. Daarom vind ik het belangrijk dat we aan ict-integratie doen in het (basis)onderwijs. We kunnen het leerklimaat en de leerlingprestaties positief beïnvloeden. Ik ben er van overtuigd dat we ook ICT- opdrachten bij het vak wereldoriëntatie kunnen geven. 


Klik hier om naar mijn zelfgemaakte website te gaan. Zo kan u een kijkje nemen en enkele uitgewerkte activiteiten bekijken. 

zondag 1 december 2013

Hoekenwerk WO: bedenkingen


We maakten een hoekenwerk rond het thema 'wc'. Onze ideeën voor de 4 hoeken zijn als eerste een doe-hoek waar ze kunnen sjorren, dit moeten de kinderen in de scouts ook kunnen wanneer ze een Hudo ( afkorting: hou u darmen open) maken. In de tweede hoek krijgen de kinderen een fototoestel mee en maken ze zelf een fotostrip over hoe ze naar het toilet gaan. In de derde hoek gaan we zelf water zuiveren. Dit gaan we doen door een koffiezakje en een zeef te gebruiken. En in de laatste hoek spelen de leerlingen het spel 'stronten'. Je geeft in groep van 4 telkens 1 kaart door, wanneer je 4 dezelfde kaartjes hebt klop je op de stapel. Het laatste hand op de stapel is verloren en moet een stront nemen. 

Toen ik te horen kreeg dat we een hoekenwerk moesten maken rond het thema toilet, was ik een beetje verrast. Ik kon het me moeilijk voorstellen dat we hier rond een heel hoekenwerk in elkaar moesten steken. Het thema leek me wat beperkt. Het verwonderde me echt hoe breed we hierin kunnen denken. We kunnen bijna alle domeinen betrekken. We begonnen aan een brainstorm. Out-of-the-box denken lukte hier goed. (Hieronder ziet u onze brainstorm. )

De sterke punten die we in onze groep kunnen uitzetten is onze ruimdenkendheid en onze creativiteit. Doordat we breed denken leren we de kinderen ook zo te denken en te ervaren. Ze zullen in deze 4 hoeken ondervinden dat deze 4 hoeken allemaal over het toilet gaan. 
En wat ik zeker zal onthouden naar later toe is dat wanneer je goed nadenkt en een grondige brainstorm houdt op andere pistes kan terechtkomen die je anders niet zal vinden! 






woensdag 27 november 2013

Werking van de molen

Op 16, 17 en 18 oktober gingen we met het tweede jaar van de richting lerarenopleiding lager onderwijs op kustexcursie.
We deden er allerlei leuke dingen zoals leuke activiteiten, leuke bezoeken en onze kennis voor lessen wereldoriëntatie werd ook uitgebreid. We brachten onder andere een bezoek aan een molen. 
Voordat de molen begint te draaien, kiest de molenaar eerst de goede windrichting. Pas daarna kan de molen graan beginnen malen. Het graan dat gemalen wordt is vaak gerst, haver, rogge, tarwe of maïs  Wij zelf beseften dat vooraleer we het gemalen graan krijgen er een heel voorafgaand proces nodig is. Het graan moet eerst groeien vooraleer we het kunnen oogsten. Wanneer alles gegroeid is en rijp is wordt het graan geoogst door een boer met een tractor. Daarna kan het graan door de molen gemalen worden. 
Er zijn twee molenstenen waarvan de bovenste draait en de onderste stil ligt. Het graan wordt tussen de molenstenen gevoerd en wordt zo gemaald en opgevangen. Nu we het meel hebben kunnen we dit meel gebruiken voor bijvoorbeeld brood te maken. 

Ik wist dat een windmolen zijn energie haalde uit de wind, maar meer wist ik hier niet over. Door deze uitstap weten we hoe een molen werkt en hoe het er bovenaan/ binnenin aan toe gaat. 











maandag 25 november 2013

Techniek in een les gezonde voeding

Techniek in een les gezonde voeding

We leerden in de klas over gezonde voeding. Als stagiair vond ik dit vooral theoretische materie. Daarom had ik het idee om een proefje te doen. Ik trok mijn labojas aan, had een bril bij een speelde even professor. Met Clinistix gingen we aan het werk.
Ik had op voorhand allerlei glaasjes gevuld met onder andere water, fruitsap, cola, fanta, melk en sportdrank. In groep gingen we rond de tafel staan en deden we het proefje 'In welk drankje zit het meeste suiker?'. De Clinistix-strookjes werden één voor één in de glaasjes ondergedompeld en ze verkleurden. De leerlingen mochten dan op het doosje aflezen waar het meeste suiker in zat. Zo bleek dat fruitsap helemaal niet zo gezond is, ook daar zit veel suiker in. Veel kinderen wisten dit niet. Fruitsap mag je maar in beperkte mate drinken, net zoals cola. Ook in de sportdrank zit er veel suikers. Dit drink je dus best ook niet veel. 
Door dit proefje te doen werd deze les op een speelse manier gebracht en kwam de leerlingen in contact met techniek. 



dinsdag 22 oktober 2013

educatief aanbod: Technopolis, techniek staat centraal

Als kind vond ik Technopolis een zeer leerrijke en actieve uitstap. Bij een uitstap naar Technopolis staat techniek centraal. Er zijn een tal van leuke interactieve experimenten die je zelf mag uitvoeren, demo's, verassende wetenschapsshows of je kan zelf je eigen lichaam beter leren kennen. 
Er zijn 7 thema's die zeker beantwoorden aan een goede wereldoriëntatie-ervaring. Lucht & wind ( o.a. zelf wind blazen langs windmolens, het onderzoeken hoeveel lucht weegt,...) ,  bouwstenen ( o.a. de stevigheid van een brug onderzoeken, het menselijk lichaam in elkaar puzzelen,...) , waterkant ( o.a. het leven vanuit een zeepbel bekijken, zelf het ritme van de zee bepalen,...) onzichtbaar (o.a. lenzen laten breken in een lichtstraal, werken met microscopen,...) , ruimtevaart ( o.a.wandelen op de maan, de planeten bekijken,...),  actie-reactie ( o.a.ontdekken hoe een auto werkt, fietsen op een kabel van 5,2 meter hoor,..) en de doe-tuin ( o.a. 10 meter ver fluisteren, een kantelende brug ontdekken,...). 

Dit alles lijkt me een zeer goed educatief aanbod. Het didactisch materiaal is zeer modern, de kinderen mogen zélf alle dingen ondervinden en uitproberen. Het speelt ook in op de leefwereld van de kinderen. Het zijn zaken waar de kinderen in het dagelijkse leven mee geconfronteerd worden en met dit alles wordt het duidelijker uitgelegd. 


dinsdag 15 oktober 2013

Mijn SWOT


Mijn SWOT

Sterke punten: Wanneer ik een les wereldoriëntatie geef kan ik zeggen dat ik altijd goed zorg voor didactisch materiaal. Daarnaast zorg ik ervoor dat er zoveel mogelijk werkelijkheidsnabij materiaal is. Kinderen moeten namelijk de zaken kunnen zien, doen. Ik zal de lessen op een enthousiaste manier geven. Het thema zal ik in een grotere context plaatsen zodat veel bestaansdimensies aanbod komen.

Zwakke punten: Ik moet vooral zorgen dat ik niet te veel zaken wil zeggen en aanleren op 1 les. Ik vind het bij wereldoriëntatie moeilijk om het onderwerp te beperken tot 1 of een paar lessen ipv.  extra uit te breiden. Ik moet de belangrijkste zaken selecteren.

Opportuniteiten: In elke klas moeten we de mogelijkheden eerst goed bekijken. We kunnen namelijk niet altijd op uitstap om de werkelijkheid goed te beleven. Daarom moeten we kijken of er een kans is om er iets met te doen in de klas. Ook om bepaalde zaken uit te proberen  zullen we plaats moeten maken in de klas.

Belemmeringen: Het zou kunnen dat de school bepaalde zaken niet ziet zitten. Bv: de kosten voor een bepaalde uitstap zijn te duur of  er is niet genoeg tijd om de uitstap te maken.


zondag 29 september 2013

Op boerderijklassen in Wortel...




Vorige week ging ik op boederijklassen naar de Bonte Beestenboel te Wortel met het Sint-Jozefinstituut. We verbleven er 3 dagen. Op voorhand kozen de juffen uit een ruim keuzeaanbod activiteiten die de kinderen op de boerderij konden doen. 
Wij deden de dierenverzorging, de moestuin, graanverwerking en wolverwerking. De dierenverzorging bestond uit het uitmesten van stallen, het borstelen van de dieren, de dieren voederen en met de tractor meerijden. Al doende leren de kinderen omgaan met de dieren. Ze leren welke functie de boerderijdieren hebben en welke producten ze leveren. Ook werden in de biologische boerenmoestuin onze zintuigen geprikkeld door het ruiken, het proeven en het kijken naar allerlei groenten, kruiden, bladeren. Daarnaast mochten de kinderen zelf met veel respect voor de natuur helpen in de moestuin. De kinderen leerden ook hoe het brood bij de bakker komt. Tijdens deze activiteit leerden ze over verschillende soorten graan en sloten ze af met het zelf maken van pistolets.
Tot slot maakten ze met een bepaalde techniek een vilten zakje. Voorafgaand leerden ze over verschillende soorten wol. Het aanbod op de boerderij was gevarieerd, alles werd op kinderniveau uitgelegd en doordat de kinderen zelf konden meewerken was het nog meer geslaagd!